Leren tas en zwarte metalen trommel, gebruikt door de marktmeesters van Zaltbommel, ca. 1950-2008

In 1316 begunstigde graaf Reinald van Gelre de stad met nieuwe stadsrechten. De stad Zaltbommel mocht nu onder andere een zelfstandig stadsbestuur hebben en de stad ter verdediging ommuren, maar had ook het recht om wekelijks op dinsdag een markt houden. Van dat recht wordt tot op heden gebruik gemaakt.

De markt stond onder toezicht van de marktmeester. Deze functie werd in Zaltbommel meestal vervuld door de gemeentebode. De marktmeester was verantwoordelijk voor het goede verloop van de markt. Hij hield toezicht en controleerde of de marktkooplieden zich aan de gemeentelijke marktverordening hielden. Ook bekeek hij of de marktkooplieden inderdaad de waren verkochten die zij mochten verkopen. Hoewel dat streng klinkt, was de marktmeester ook een belangrijk aanspreekpunt voor zowel de marktkooplieden als het winkelend publiek. De marktmeester liep alle kramen af, maakte een praatje met de ondernemers en hoorde wat er onder hen speelde. Zo kon hij ook bemiddelen tussen de koopmannen en de gemeente.

Een belangrijke taak van de marktmeester was het innen van het marktgeld. De marktmeester ging met deze leren tas en metalen trommel langs de kramen. De koopmannen betaalden hem het marktgeld en kregen een betaalbewijs retour. In de zwarte trommels, die aan elkaar bevestigd zijn, waren rolletjes met kaartjes geplaatst. De trommel kon aan de zijkant geopend worden om een nieuwe kaartjesrol te plaatsen. Deze trommel was van ca. 1950 tot 2008 in gebruik. Op de foto zien we de gemeentebode en marktmeester Mos van Gameren met de tas en trommel om zijn schouders. Hij was 25 jaar lang marktmeester en vond het een mooie taak. ‘De dinsdag was altijd een feestdag’, stelde hij eens in een interview.

Van Gameren werd opgevolgd door Wijnand van der Flier. Na zijn afscheid als marktmeester in 2008 werden de zaken rondom de markt geautomatiseerd. De tas en trommel van de marktmeesters hebben nu een plekje in onze museumcollectie.